zaterdag 11 december 2010

Exit Kualalalumpur

Sinds gisteren zijn we terug in Kuala Lumpur, onze laatste stop vooraleer we richting huis vliegen. 6 weken terug waren we hier ook al eens en dat moment lijkt nu mijlenver weg.

Mijn bezoek aan de stad Kuala Lumpur beperkt zich, net als de vorige keer, tot een shopping mall. Ditmaal wel een exemplaar met ettelijke verdiepingen meer. Toen we daarnet gezwind in de taxi (teksi) sprongen met de vraag ons aan 'Time Square' te droppen, hadden we verwacht op een groot plein (mét terrasjes, fonteinen en tralala) uit te komen. No way, Time Square is hier een reusachtige mall van tien verdiepen met een oost-,west- en middenvleugel. Shop till you drop (liefst niet van het tiende!) dus. Gelukkig hebben onze twee kleutertjes daar een stokje voorgestoken! Er liep een man verkleed als een gigantische 'Ben Tien'- pop rond en Mina die als de dood is voor verklede kindervrienden, kon Time Square niet snel genoeg uit zijn.

Tussen de sky buildings hier mis ik nu al Bali. De kleuren, de kleine offers voor elke deur, het monotone gamelan deuntje overal, de goedlachse mensen. Toen we eergisteren in Sanur waren, zag het strand weer zwart van de mensen. Er was weer een 'big hindoe ceremony' aan de gang. Galungan, een groot feest dat de Balinezen om de 6 maand of 210 dagen vieren. De straten zijn versierd met lange  bamboestokken, de kleine offergaven zijn vervangen door prachtige creaties gemaakt van bananenbladeren, mensen dossen zich feestelijk uit (allen in sarong en de mannen met hun hoofdservetje) en lachen je precies nog meer dan anders toe.

Bali ademt Hindoeïsme in en uit. Altijd zie je wel iemand met een grote schaal vol offergaven en rokende wierookstokjes, want er wordt meerdere malen per dag een offer gelegd op diverse plaatsen in en rond de huizen en tempels. Altijd zie je wel een kolonne mensen in feestkledij en met schalen vol offers langs de straat op weg naar een ceremonie. Eénmaal droeg zo'n kolonne een draagberrie met een dode met zich mee, hun stemming even feestelijk en uitgelaten. Het Hindoeïsme in Bali vraagt veel van de mensen, ook letterlijk want ze moeten één derde van hun inkomen investeren in hun geloof. Maar Ketut uit Ubut vond dat deze investering wel loont want dankzij hun geloof worden ze een beter mens, hebben ze een zuiver geweten en kennen ze een voorspoedige reïncarnatie. Doordat heel wat (dagdagelijkse) momenten gekoppeld zijn aan een offer of ceremonie is het niet evident om een klare kijk op het Hindoeïsme te krijgen. Het Balinees Engels van onze gidsen ('spacy sauce', 'coffee with milik' en 'no promplam') maakte de gegeven informatie ook niet altijd even zonneklaar! Maar ik moet toegeven dat dit geloof op het eerste zicht aanlokkelijk oogt en klinkt en kan me goed inbeelden dat er reizigers zijn die na een bezoek aan Bali als 'Hindoe' terugkeren! Gene paniek, onze sarongen zullen dienst doen als tafelkleed, maar toch...

Ondertussen doen de kindjes een middagtukje want onze vlieger vertrekt om 12u vannacht en is Shel solo richting shopping mall getrokken (er is een apple shop, help)!

Tot binnenkort!
Kim

woensdag 8 december 2010

En we gaan nog steeds niet naar huis

Bijna 6 weken lang glijdt de tijd voorbij. Elke dag opnieuw. Traag en op het gemak. Ik weet al een hele poos niet meer welke dag we ‘vandaag’ zijn, laat staan welke datum.
Eergisteren was het sinterklaas (dat bedacht ik de dag nadien). Al hebben we wel lang geleden met onze koters afgesproken dat we de sint zouden vragen wat langer in België rond te hangen. Tot we terug thuis zijn (12 dec). Dat hebben Mina en Viggo zelfs officieel gevraagd in de brief die we vorige week naar de goedheilig man gestuurd hebben.
Grappig hoe onze reis tot nu toe verlopen is, in vergelijking met hoe we ze lang geleden voorstelden: onze kids die ondergedompeld zouden worden in een vat vol cultuur en levenservaringen. Dat was het op een zekere manier ook. Maar toch anders dan vooraf (op dat moment) gedacht.
Wij komen van een gejaagd en stressvol leven opeens in een leven zonder zorgen terecht. Bij Mina en Viggo loopt hun leventje veeleer door. Met dat verschil dat ze nu aan de andere kant van de wereld zitten. Ze missen wel hun vriendjes en hun vertrouwde plekjes maar ze maken niet de overgang naar een ‘oef, en nu eindelijk rust !’-situatie.

Viggo is hier ondertussen echt op zijn hoede wat betreft zijn populariteit. Precies een echte rock-ster. Gisteren stond er langs de kant een hele bende vrouwen te lachen. Ze hadden hem nog niet in de gaten. Maar toch verstopte hij zich al onmiddellijk achter mama. Uit voorzorg om niet weer overdreven aanbeden en geknuffeld te worden.
(eergisteren was er nog een man die in zijn wang kneep, ‘ouchiekouchie’-gewijs. ‘Die meneer mag niet in mijn wang knijpen. Dat mag je niet doen’, zei meneertje rock-ster boos).
Deze avond was hij toch weer een klein beetje triest (vooral van de vermoeidheid eigenlijk). ‘Ik wil naar huis, naar Gent’, snikte hij. Da’s ondertussen al weer een paar weken geleden dat hij dat nog zei. Of ‘t is te zeggen: gisterenavond kwam het al eens aan bod tijdens een (voor ons toch) heerlijke en hilarische situatie.
We gingen op zoek naar een restaurantje. Mama en papa wandelen dan het liefst op het strand (dat niet zo ver loopt), langs de zeelijn. Mina wou liever langs de ‘straat’ lopen: het aarden weggetje dat vlak voor het strand loopt, waar de resto’s langs te vinden zijn. Mama en papa hielden voet bij stuk (want de zon ging onder en dat was toch o zo mooi). Dus liep Mina mokkend weg en ging wat verder op het strand zitten. En Viggo volgde (voor zijn zus springt hij altijd in de bres). Ik liet ze even doen, zag ze vanalles bekokstoven en ging na een tijdje bij hen zitten.
‘Wij zijn boos’, zei Mina.
‘Ja, wij zijn boos !’ vulde Viggo onmiddellijk aan.
‘Waarom ?’ vroeg ik
‘Ik wil langs de straat lopen en ik mag niet. En Viggo wil naar Gent, en hij mag ook niet !’ was Mina’s antwoord.
‘Ja, ik mag niet.’ brieste Viggo.
Wij strike van het lachen.
Er volgde een kleine onderhandeling waar ze in België en punt aan kunnen zuigen, en het probleem was opgelost.
Mina en Viggo weer overgelukkig, wat ze 99 % van de tijd zijn.
Voor Mina is Gili Trawangan trouwens een waar paradijs. Het loopt er bomvol katten (ze spreekt ondertussen al de kattentaal, zegt ze) en het enige vervoersmiddel (naast de fiets) is een karretje dat door een paardje getrokken word (een cidomo). Daar heeft ze al eens zelf mee mogen sturen (voor enkele meters). De grootste dierenvriend ter wereld weet hier soms niet meer naar welk dier ze eerst moet kijken.
Wat alleszins vast staat is dat Mina en Viggo gedurende de laatste weken echt wel dichter naar elkaar gegroeid zijn. Op het strand kunnen ze uren fatasiespelletjes met elkaar spelen, zonder noemenswaardige conflicten. In dat opzicht is het zeker een goede keus geweest om de reis op hun tempo aan te pakken. En overal minstens 4 dagen te blijven. Zo hadden ze iedere keer een beetje een vertrouwd plekje, een eigen huisje als het ware (lees: hotelkamer). Waar ze alles kenden en zich op hun gemak voelden.

Het voordeel van zo lang weg te zijn is dat het einde niet naar of teleurstellend overkomt (nu toch niet). Wij hebben niet het gevoel van shit het is gedaan. Dat komt omdat de tijd echt voorbij gegleden is. 
Wij hebben meer het gevoel van: nog enkele dagen en dan zijn we weer in ons vertrouwde plekje.
Het zal wel wat wennen en aanpassen worden. Maar dat lukt ongetwijfeld wel.

Morgen terug naar Bali.
Overmorgen naar Kuala Lumpur
Zaterdagnacht naar Rome. En zondachochtend naar Brussel.
En dan naar Gent.
Waar het dit weekend weer wat zachter weer zal zijn.
En waar de kerstmarkt staat.
Weeral feest.

Michel

maandag 6 december 2010

foto's

Omdat we de laatste tijd weer heel erg lui zijn qua bijhouden van onze blog, hier enkele foto's van wat we de laatste dagen uitgespookt hebben. Foto's uit Ubud en omgeving, de tempels van Tampaksiring en Gili Trawangan.
Met als laatste foto: Mina die het fenomeen 'moonen' ontdekt heeft :)


















zaterdag 4 december 2010

En we gaan nog niet naar huis!



De voorbije dagen in Ubud waren de moeite. We zijn écht brave toerist geweest: tempels bezocht, souvenierwinkels afgeschuimd, naar het Bali Birdpark geweest, de restauranttips van de Trotter gevolgd … 





In het hotel waar we verbleven werkt een ijverige gast ‘Ketut’, die naast zijn job als kok, ook nog een winkeltje met batikstoffen uitbaat én gidsarrangementen aanbiedt. Met hem hebben we de bron van Tirta Empul en de Gunung Kawi tempel bezocht. Vaste kost voor toeristen want indrukwekkend mooi. Ook die aanstellerige Hollander, aan wie we dachten ontsnapt te zijn in Lembogan, verscheen plots vanachter een versierd deurtje in Tirta Empul “Hallow! Da’s ook toevallig hé!” 

Eergisteren zijn we op Gili Trawangan gestrand, het grootste van de drie Gili eilanden voor de kust van Lombok. Gili Trawangan staat bekend voor z’n party’s en trekt jonge backpackers aan (wij dus!). Het gebed (géén gekukel meer) dat ‘s morgens vroeg vanop de minaret wordt omgeroepen, zal wel wat houten koppen kraken, vrees ik! Wij verblijven aan de noordkant van het eiland, waar het heerlijk rustig is. Haal ‘paradijs’ voor ogen en je hebt een idee waar we ons nu bevinden.

Ook bij de plaatselijke bevolking van Lombok valt Viggo in de smaak. Hij wordt nog steeds meerdere malen per dag benaderd en er worden verwoede pogingen ondernomen tot ‘kopke aai’ of ‘kinneke krab’. Zonder resultaat echter want hij bedient zich nu van de schildpad-techniek: kop en poten intrekken totdat z’n belagers met het nodige “Oooowwww, he doesn’t like me, he’s afraid” afdruipen. En daar staan ma en pa dan te blinken met hun verwoede pogingen om met de locals te ‘bonden’!

Met zo’n reusachtige zeeschilpad kwamen we trouwens vandaag oog in snorkel te staan! De kolos was gezapig aan ‘t happen tussen de koralen. Naast the wild shark toch wel een hoogtepunt binnen onze prille snorkelhistorie. Ook hier kan je vlak voor de kust, op slechts enkele meters in zee, naar hartelust snorkelen en de meest fantastische vissen en koralen bewonderen. Dit zal ik straks echt missen!

Verder hebben Mina en Viggo een nieuwe, zéér vervelende sport ontdekt: mama haar zwembroek aftrekken. Helemaal vervelend als je bedenkt dat Lombok islamitisch is en de dames hier gesluierd het water induiken. Het betert er niet op want Mina haar nieuwe foto pose is de ‘pistolet-look’ (zie toegevoegd exemplaar). De vrieskou aan het thuisfront zal deze gewoonte wel de kiem in smoren. Maar ik houd toch een beetje m’n hart vast voor de komende kerstkiekjes… én de klasfoto! Verder zeggen ze nog steeds elk gemiddeld 20 keer per dag ‘kaka’ en blijven ze het élke keer een even goeie mop vinden. Gelukkig zeggen of doen ze even vaak iets dat écht grappig is. Viggo zijn “Kualala Lumpur” blijft één van m’n favorieten. Hij krijgt het maar niet juist gezegd.

Mina ontpopt zich hier tot de plaatselijke Brigitte Bardot door zich het lot van elke zwerfkat aan te trekken. En er lopen er hier wat rond!  Op Gili Trawangan is geen gemotoriseerd  vervoer toegestaan en gebeuren alle verplaatsingen met de fiets of met paard en kar. Wederom een hoogtepunt voor onze dierenvriendin! Vandaag heb ik haar wel aan de man moeten brengen dat ze het bezoek van de Sint op school zal missen. Aangezien Sint bij hen met een écht paard langskomt, waren er even traantjes. Maar we doen wel ons best om dagelijks meerdere Sint evergreens te zingen om toch een beetje in de sfeer te blijven! "Zie ginds komt de kaka uit kaka weer aan..." en hup daar gaan we weer! 

Sheltje is ondertussen met meerdere bintangs in z’n botten gaan slapen, dus morgen komen er ook wat fotootjes bij!

Kim




Recht van Antwoord van Sheltje:
Het gaat hier om 3 blikjes Bintang (het bewijsmaterial staat nog op ons terrasje hier), én om een vader die voor één keer wel vroeg gaat slapen :)


zondag 28 november 2010

Terug in Ubud

We zijn terug in Ubud, het groene hart van Bali.
Een onwaarschijnlijk prachtige streek met heuvels vol palmbomen en rijstvelden. Een ware explosie van groen. Een meer 'tropische' streek kan je bijna niet vinden.



Ubud was ooit een kunstenaarsdorp dat uitgegroeid is tot een toeristische trekpleister. Gevolg: er zijn een pak dure winkels, hotels en restaurants bij gekomen. Ubud heeft misschien veel zijn authenticiteit verloren, maar het blijft nog steeds een heerlijke plek. De groene natuur in de omgeving maakt vooral alles goed. Daarnaast kun je er de mooiste en meest indrukwekkende dansen bekijken, zijn er geweldige musea en vind je er onnoemlijk veel lekkere restaurants, in de meest fabelachtige decors.


Gisteren zijn we met zijn allen op avontuur geweest. Op wandeltocht met een gids van ons hotel. Heuvels op en af, door de struiken, en bijna ondoordringbare bossen, langs prachtige (snikhete) rijstvelden en met als apotheose te voet een rivier doorsteken, met het water tot aan de middel.
Een ware jungletocht, meer dan 4 uur lang ! En Mina en Viggo hebben heel de tocht meegedaan. Zelfs de gids was onder de indruk. Weliswaar met de nodige rustpauzes, en af en toe eens op de rug of gepakt worden. Vooral als de afdalingen of klimpartijen te steil werden.





Halverwege hadden ze allebei wel een dip (in de hete, maar o zo mooie rijstvelden). Maar daarna hebben ze zich herpakt. En zoals zoveel kinderen leefden ze volledig op in de natuur. Rondrennen en rollen, met een grote tak in de hand, gebiologeerd door de kleinste beestjes (vooral Viggo krijgt maar niet genoeg van de mieren) en geboeid door de wereld waarin ze aan het ravotten zijn. En waarin ze zich vooral lekker heel vuil kunnen maken.







Na de trektocht kwamen we moe maar heel voldaan terug in het hotel. Met als beloning een heerlijke spotgoedkope lunch in de 'warung' naast ons. Kippen-noedelsoep op twee verschillende versies gemaakt en Mie Goreng ( het nationale gebakken noedelgerecht). Een overheerlijke licht maaltijd in al zijn eenvoud, door het gebruik van de juiste kruiden en ingrediënten. En door de kookkennis die zovelen hier bijna van nature uit in de vingers hebben zitten.
's Avonds zijn we nog even de stad in getrokken. In een klein lokaal restaurant hebben we Mina's favoriete eten gevonden: ribbetjes ! Op de barbeque ! In echt waar de meest overheerlijke marinade die ik ooit gegeten heb. Wat een feest !

Michel


vrijdag 26 november 2010

Weg van de wereld !

Jullie hebben het misschien wel gemerkt: het is (weer) enkele dagen heel stil geweest op onze blog.
Reden: Nusa Lembongan. Een 'bounty-eilandje' zoals ze dat heten, weg van de wereld, waar nauwelijks  internet is :)



Het ligt op een goed half uur varen met de 'fast boat' vanuit Sanur. De kids vonden die 'fast boat geweldig. In het heengaan toch. Lekker jumpen op de golven aan hoge snelheid. Kriebels in de buik en twee uitgelaten schaterende kinderen. Hoogdag voor de aanwezige Balinezen die verzot zijn op kleine kinderen, en een nog grotere smile kregen dan ze eigenlijk bijna continu hebben (de meesten toch).
Maar op de terugtocht zat een wat verwaande, zelf-hip-verklaarde jonge lokale dude achter het stuur. Met een zonnebril die ze zelfs in Italië groot zouden vinden. De jongeman dacht dat hij Vettel op water was (of Alonso, of Webber, of..., of wie de beste dan ook mag zijn) en klokte ongetwijfeld een recordtijd (net geen 25 min terwijl de heenreis bijna 35 was). Gevolg: de jumps waren heel hoog en de kids vonden het maar even grappig. Viggo had zo uitgekeken om nog eens op de 'coole boot die spletsj pletsj doet' te varen. Maar het werd een tochtje papa-keihard-vastpakken-op-zijn-schoot-en-bang-naar-beneden-kijken. Gelukkig duurde het niet lang, dankzij Vettel (wat een tegenstelling).



Maar Lembongan was geweldig ! Wat een heerlijke plek. Zeker in het laagseizoen (heb ik dat al niet ergens anders eerder vermeld ?).
Opnieuw gezwommen, gespeeld,...vanalles eigenlijk en vooral ook: gesnorkeld ! In Brazilië en Kroatië (enkele jaren geleden) was Kim nog wat ongemakkelijk (met het ademhalen tijdens het snorkelen) maar nu weet ze van geen ophouden meer.
En Mina is nog erger (in hoeverre je van erg kan spreken). Ze is mee met ons gaan snorkelen in de volle zee ! Met haar reddingsvestje natuurlijk, zoals altijd. Maar geen greintje vrees meer en quasi niet te stoppen. Fantastisch om te zien. Wat je hier ziet als je snorkelt is dan ook geweldig. Het water is zo turquoise  helder blauw dat je meters en meters diep kan kijken. Vissen, planten, koralen, algen,..., noem maar op. In alle kleuren en vormen die er zijn. Het verveelt nooit.




Tweede grote avontuur op Lembongan: een daguitstap met een brommertje. Eén voor papa en één voor mama, elk met een kindje vooraan geklemd. In België streng verboden, in Lembongan bijna abnormaal als je het niet doet ! Mina en Viggo opnieuw in de wolken (Viggo vraagt al een eigen brommer sinds hij kan spreken). Snel rijden doet niemand hier, dus een leuke manier om het eiland te zien. Weg van de 'toeristische' kust (al wij zaten eigenlijk weer op een kalm plekje, ver van het hoofdstrand).
Super boeiend en - opnieuw zoals in de rest van Bali - op een bepaalde manier toch confronterend om te zien hoe de mensen er met weinig middelen leven.
Dat er geld verdiend wordt op de toeristische plekken staat buiten kijf (al moet je ook dat erg relativeren), maar daarnaast is er natuurlijk ook veel armoede. Op Lembongan leven de mensen vooral van de algen-culuur. Die algen worden verwerkt in de cosmetica-industrie.
Als je met de mensen spreekt in Bali en Lembongan merk ja al snel een dualiteit. Ik heb de indruk dat velen (of toch zij die ik gesproken heb) op een bepaalde manier gekweld zijn. Aan de ene kant voelen ze zich gelukkig, aan de andere kant hebben veel mensen heel vaak niets te doen. Er is te weinig werk, en als er werk is doen ze dat met heel erg veel. En dat kan aan je vreten. Bovendien hebben ze geen geld om 'iets' te doen. Op reis gaan is onmogelijk en onbetaalbaar, zelfs niet in eigen land.
De hoofd-barman in ons hotel in Lovina zei me dat hij 125 euro per maand verdiende. Hij woont bij zijn ouders (geen geld voor eigen huis) en werkt van 7 tot 22, 6 op 7. Met een pak dode momenten (want ze werken met te veel). De vriendelijke man wordt er gek van. Hij droomt er van om  eens naar Kuta te gaan met vrouw en kinderen (aan de andere kant van Bali, op drie uur rijden), om er eens echte golven te zien. Want in Lovina heb je die niet. De zee is er altijd kalm.
Maar dat kan hij niet betalen.
Daar sta je dan als klant van de vriendelijke hoofd-barman, op reis met je gezinnetje, op bijna een dag vliegen van waar je woont.
'Het is hoe de wereld in elkaar zit' is een stom en simpel antwoord natuurlijk. Een antwoord waar je nooit  tevreden mee kunt zijn.
Aan de andere kant laat het je de momenten die je nu meemaakt nog veel meer koesteren.
Er zijn zo veel dingen aan Bali die zo heerlijk en fantastisch zijn. Ik zou er nog maanden kunnen blijven. Elk moment ontdek je of leer je iets bij.
Maar het mooiste van alles zie ik elke avond opnieuw (opgepast, er komt een corny moment aan, gevoed door enkele Bintangs). Mina en Viggo die samen naast elkaar in één bed liggen te slapen (ik had jullie gewaarschuwd).
Soms zijn ze elkaar even zo beu dat er ruzie is. Maar even vaak spelen ze aan één stuk met elkaar door. Van de ene fantasie naar de andere. 'Viggo is mijn beste vriend' wou Mina op een kaartje naar het thuisfront schrijven (ja de corny momenten houden maar niet op :) )
'Mijn beste vriend...' zei Vigo, 'is...euhmm...euhmm... ik weet het niet.'
'Denk eens na' zei ik.
Viggo (na zwaar nadenken): 'Mijn beste vriend heet...kaka'
Schaterlach van Viggo én Mina.
Waarop Mina: 'En mijn beste vriend heet pipi.'
Bulderlach van Viggo én Mina. En daar waren ze weer vertrokken voor een hele resem pipi-kaka-moppen (geraken kids daar ooit uit eigenlijk ? Anyone ?)

Om eerlijk te zijn doet papa om zo'n moment lekker volop mee :)

Michel

Vanaf morgen trekken we terug naar het groene hart van Bali: Ubud en omgeving. Daar is een nog een pak te zien en te beleven.






`

zondag 21 november 2010


We hadden het niet verwacht maar Sanur tijdens het laagseizoen is super!  Zeker als je van de zee houdt. Er zijn bitter weinig toeristen, zodat je het grote prachtige goudgele strand met de kalme zee bijna helemaal voor jezelf hebt. En het weer is momenteel echt prachtig in Bali (ja, ik heb gelezen dat het koud is in België :) ). Het is ondertussen zeker al anderhalve week geleden dat we nog regen gezien hebben (regenbuitjes die meestal ‘s nachts kwamen of anders heel erg kort waren).



‘s Ochtends relaxen we in het zwembad. Viggo zwemt er lustig op los in zijn zwemvestje. Zijn watervrees van vorig jaar is gesmolten als sneeuw voor de zon. En Mina kan ondertussen al snorkelen (trots dat ze is) ! Daarnaast is Mina ook heel veel bezig met de katten die hier rondlopen: een mama en drie mega-schattige kleintjes. Een droom voor een dierenvriend als Mina. Ze kan ze nauwelijks loslaten.





Na de middag eten we iets op het gemak en rond drie uur (als het iets minder heet is) trekken we richting strand, waar we blijven tot de zon ondergaat. Dan nog een heerlijke wandeling bij maanlicht, om tenslotte te eindigen in één van de strandrestaurantjes waar je - onderuitgezakt aan een tafeltje met een frisse Bintang, de voeten in het zand en zicht op zee - spotgoedkoop en overheerlijk kunt eten. Bovendien zijn er overal (vaak akoestische) optredens met leuke chilly  muziek (meestal reggae). De kids vinden het allemaal geweldig. En papa en mama ook !

Straf om te zien hoe Mina en Viggo zich aanpassen op reis. Viggo is al lang niet meer het jongetje dat op dag 1 al heimwee had en graag naar huis wou. Elke dag heeft hij het over Bali. En Mina is de laatste tijd heel assertief geworden. Ze doet niet liever dan vanalles te vragen of te bestellen aan de mensen, in het Engels.

Straf ook om te zien hoe snel Mina en Viggo contact leggen met andere mensen. Hondje spelen blijft de beste truuk daarvoor. Iedereen die ze ontmoet hebben komen we de dag nadien wel nog eens tegen. En die mensen komen hen allemaal even goedendag zeggen. En dan begint Mina aan de lopende band vanalles te vragen aan ons: “hoe zeg je dit en dat in het Engels” ? Ze wil echt contacten leggen en is in de wolken als iemand er op in gaat of lol heeft met haar. Ze heeft hier al veel vrienden gemaakt zegt ze. Normaal steekt ze zich altijd schuchter weg als onbekenden haar aanspreken en duurt het een paar minuten eer ze ontdooid is. Maar de laatste week is ze volledig opengebloeid. (minpuntje is wel dat ze ook tegenover ons soms wat assertiever is, in negatieve zin dan. Maar die groeipijnen nemen we er graag bij.)

Balinezen zijn echt onwaarschijnlijk vriendelijke mensen. En ze zijn verzot op kinderen. Vooral hele kleintjes vallen echt in de smaak. Ik vind Viggo het snoezigste jongetje ter wereld, maar hier in Bali heeft hij bijna een officiële fanclub. Tot groupies toe. Toen we gisteren het hotel buiten gingen kwamen twee jonge dames die naast ons werken echt gillend op hem afgestormd. Om hem luid kirrend te aaien. Voor Viggo was dat nu wel iets van het goede te veel (“dat mogen die meisjes niet meer doen hé” was zijn commentaar achteraf. “die moeten binnen blijven hoor “). Gelukkig blijven de andere locals er veel rustiger onder.

We hebben hier al zoveel beleefd en gezien. Eigenlijk beland er slechts een tipje van in deze blog. Daarom nog enkele foto’s van verschillende dagen. Als extraatje.
Trouwens, sinds gisteren hebben we een nieuw fototoestel (het vinden en kopen daarvan is eigenlijk weer een heel verhaal op zich, maar da’s voor als we terug zijn)
Morgen verplaatsen we ons weer. Met de boot naar het (naar het schijnt) paradijselijke eilandje Nusa Lembongan.
Selamat jalan !
Michel